Implementatie richtlijn 2016/343/EU inzake de versterking van het vermoeden van onschuld
De richtlijn beoogt het recht van personen om voor onschuldig te worden gehouden totdat zij schuldig zijn bevonden aan het plegen van een strafbaar feit te versterken. Dit wordt geconcretiseerd in onder meer de volgende bepalingen: autoriteiten dienen zich te onthouden van uitingen over verdachten als zouden zij reeds veroordeeld zijn, de bewijslast in strafzaken dient te rusten op het openbaar ministerie, verdachten zijn niet verplicht om voor zichzelf belastende verklaringen af te leggen, verdachten komt een zwijgrecht toe. Ook wil de richtlijn het recht van de verdachte om aanwezig te zijn bij zijn berechting te versterken.
Gegevens
Eerste ondertekenaar | Minister JenV |
---|---|
Soort regeling | Wet |
Inwerkingtreding per KB | Ja |
Implementatie | Richtlijn |
KetenID | WGK007406 |
Opschrift
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter implementatie van richtlijn 2016/343/EU betreffende de versterking van bepaalde aspecten van het vermoeden van onschuld en van het recht om in strafprocedures bij de terechtzitting aanwezig te zijn (PbEU L65)
Voortgang
- Huidige stap: Voorbereiding
- Raad van State
- Tweede Kamer
- Eerste Kamer
- Bekendmaking
Mijlpalen en documenten
Fase | Datum | Mijlpaal | Documenten |
---|---|---|---|
Voorbereiding | EU-richtlijn aangenomen | ||
07-04-2016 | Implementatieschema EU-richtlijn |