Wet houdende goedkeuring van het zestiende Protocol bij het EVRM

Het wetsvoorstel strekt tot goedkeuring voor het gehele Koninkrijk van het 16e protocol bij het EVRM. Met dit Protocol, dat geldt als aanvulling op het EVRM, wordt de bevoegdheid van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) om adviezen te geven verder uitgebreid. Staten die partij worden bij het Protocol wijzen de hoogste nationale gerechten aan die advies mogen vragen aan het EHRM. Met dit advies kunnen zij desgewenst toetsen of een bepaalde jurisprudentielijn in overeenstemming is met opvattingen van het EHRM. Hiermee kan worden voorkomen dat vele individuele klachtprocedures over eenzelfde rechtsvraag bij het EHRM aanhangig worden gemaakt. Het advies van het EHRM is niet bindend. Voor het Koninkrijk der Nederlanden zullen als rechterlijke instanties, bevoegd tot het vragen van advies, worden aangewezen: de Hoge Raad, de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep, het College van Beroep voor het bedrijfsleven en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Gegevens

Opschrift

Goedkeuring van het op 2 oktober 2013 te Straatsburg tot stand gekomen Protocol nr. 16 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (Trb. 2013, 241 en Trb. 2014, 74)

Voortgang

1. Afgeronde stap: Voorbereiding
2. Afgeronde stap: Raad van State
3. Afgeronde stap: Tweede Kamer
4. Afgeronde stap: Eerste Kamer
5. Huidige stap: Bekendmaking

Mijlpalen en documenten