Spoedwet vereenvoudiging procesrecht

De Wet van 13 juli 2016 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht (Stb. 2016, 288) voorziet in de verplichting tot digitaal procederen (de “KEI-wet”). Bij KB van 24 april 2017, Stb. 2017, 174 zijn de bepalingen die betrekking hebben op de verplichting tot digitaal procederen in werking getreden voor handelszaken met verplichte procesvertegenwoordiging bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland (“de pilotgerechten”). Inmiddels is het digitaliseringsproces uitgesteld en dringt de rechtspraak aan op het op de kortst mogelijke termijn stopzetten van het verplicht digitaal procederen op grond van de KEI-wet bij de pilotgerechten. Het wetsvoorstel regelt het intrekken van de KEI-wet voor de pilotgerechten. Daarnaast bevat het wetsvoorstel een regeling waarbij enkele bepalingen uit het huidige Rechtsvordering worden vervangen door bepalingen uit het nieuwe KEI-procesrecht. Het gaat om de sterkere regiefunctie van de rechter en de ruimere mogelijkheden voor de rechter op de mondelinge behandeling. Zo kan de rechtspraktijk op korte termijn van deze verbeteringen profiteren.

Gegevens

Opschrift

Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland en tot vereenvoudiging van het civiele procesrecht

Voortgang

1. Voorbereiding
2. Raad van State
3. Tweede Kamer
4. Eerste Kamer
5. Huidige stap: Bekendmaking

Mijlpalen en documenten