Wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen in verband met de aanwijzing van de inrichting van URENCO te Almelo overeenkomstig artikel 15f, achtste lid, van de Kernenergiewet

Op grond van de Kernenergiewet geldt voor de eigenaar van een nucleaire inrichting met kernreactor een verplichting tot financiele zekerheidstelling ten behoeve van de kosten van buitengebruikstelling en ontmanteling van de installatie. Dit betreft de kernreactoren te Borssele, Dodewaard, NRG Petten en Delft. Daarmee wordt voorkomen dat kosten op de maatschappij worden afgewenteld en de daarvoor bestemde middelen aan derden worden uitgekeerd. De Tweede Kamer en ook de IAEA hebben aangegeven dat zekerheidstelling ook voor andere nucleaire inrichtingen die geen kernreactor hebben wenselijk is, om dezelfde redenen. Dit betreft Urenco te Almelo, ECN/NRG (overige delen dan de reactoren) te Petten en COVRA te Vlissingen. Urenco heeft daarbij voorrang vanwege marktontwikkelingen. Voor de andere twee worden nut en noodzaak verder onderzocht mede in verband met de daar bestaande rijksbetrokkenheid en wordt later beslist over het opleggen van een verplichting. Door middel van een algemene maatregel van bestuur op grond van art. 15f lid 8 van de Kernenergiewet wordt Urenco aangewezen, waardoor ook daarvoor de verplichting tot het stellen van financiele zekerheid gaat gelden.

Mijlpaal

Documenten